Heel wat mensen worden ooit in hun leven getuige van partnergeweld:

  • In bijna 1 op de 4 gevallen van partnergeweld was een volwassene uit de naaste omgeving getuige.
  • In 15% van de gevallen was een andere volwassene aanwezig.
  • In 40% van de gevallen was minstens één kind getuige.
  • Bovendien vertrouwt 65% van de vrouwelijke slachtoffers en 39% van de mannelijke slachtoffers zijn of haar verhaal toe aan iemand.

zij-kant en VIVA-SVV formuleren enkele beleidsvoorstellen om getuigen van partnergeweld te helpen om de spiraal van geweld te doorbreken.

1.    Zet getuigen van partnergeweld aan om iets te doen.

Onze samenleving heeft nood aan een mentaliteitswijziging rond partnergeweld. Soms blijven getuigen afzijdig omdat ze zich niet willen bemoeien. Partnergeweld is echter geen privéaangelegenheid, maar een maatschappelijk probleem.

Een getuige kan helpen de negatieve dynamiek tussen de dader en het slachtoffer van partnergeweld te doorbreken. Hoe sneller dit gebeurt, des te beter voor beide partijen. Te vaak grijpt men pas in wanneer de situatie volledig uit de hand gelopen is. Het sociale netwerk van het koppel is erg belangrijk: het krijgt als eerste signalen van partnergeweld en kan het slachtoffer uit haar/zijn isolement halen.

VIVA-SVV en zij-kant willen getuigen daarom aanzetten tot actie.

We vragen onze overheden: 

  • Ontwikkel ook bewustmakingscampagnes naar getuigen toe. Momenteel worden campagnes vooral tot slachtoffers en/of daders gericht;
  • Vergroot bij het brede publiek de kennis rond partnergeweld en ongezonde relaties. Iedereen zou moeten weten wat partnergeweld is, welke vormen er bestaan, welke dynamieken erachter schuilgaan …;
  • Voorzie voldoende middelen voor het middenveld om rond partnergeweld te werken;
  • Investeer in het aanleren van relatievaardigheden op school, zoals actief luisteren en conflicthantering. Veel mensen weten niet wat te doen in probleemsituaties en  zullen geen (gepaste) actie ondernemen in geval van partnergeweld. Dit kan beter;
  • Maak hulpverlening bekender bij het grote publiek. Het telefoonnummer 1712 zou even gekend moeten zijn als het noodnummer 112.

 

2.    Creëer een Vertrouwenscentrum voor volwassenen.

Als getuige tussenkomen bij partnergeweld is niet evident. Daarom moet een getuige beroep kunnen doen op professionele hulpverlening. De drempel tot die hulpverlening moet zo laag mogelijk gemaakt worden. Dit kan door de mogelijkheid te voorzien voor een getuige om het geweld te melden zonder daarbij het geweld zelf te moeten ‘oplossen’. Momenteel bestaat zo’n meldsysteem niet.

Daarom pleiten VIVA-SVV en zij-kant voor de oprichting van een Vertrouwenscentrum voor volwassenen.

Dit Vertrouwenscentrum voor volwassenen is geïnspireerd op het reeds bestaande Vertrouwenscentrum voor Kindermishandeling: 

  • Het Vertrouwenscentrum moet een kruispunt vormen tussen artsen, maatschappelijk werkers, politie, … in de reactie op het misbruik van een volwassen persoon;
  • Een getuige kan hier discreet of anoniem melding doen van partnergeweld. Op die manier wordt de getuige beschermd tegen mogelijke agressie of laster door de dader;
  • Het Vertrouwenscentrum onderzoekt een melding discreet, zonder aangifte te doen bij de politie. De impact op het koppel is dus minder groot dan wanneer een aangifte gedaan wordt;
  • Het Vertrouwenscentrum kan een bijzonder mandaat binnen de CAW’s zijn en maakt een meer aanklampende werking van CAW’s mogelijk. Deze kunnen tot nu toe enkel reactief ingaan op een concrete hulpvraag door het slachtoffer;
  • Het centrum kan in acute gevallen alsnog beslissen om de politie op de hoogte te brengen.

 

3.    Bied professionals opleiding en een duidelijk kader.

16% van de slachtoffers van partnergeweld praat met hulpverleners (artsen, psychologen, hulpdiensten) en 6% met juridische contacten (advocaten, politie). Toch wordt er binnen de opleidingen voor artsen, verpleegkundigen, politieagenten of advocaten weinig aandacht besteed aan partnergeweld. Velen herkennen de signalen niet, zijn niet vertrouwd met het mechanisme en weten dus niet hoe er mee om te gaan.

Het beroepsgeheim zorgt er bovendien voor dat geweld vaak niet aan justitie gesignaleerd wordt. Verschillende hulpdiensten blijven naast elkaar werken, waardoor slachtoffers niet doeltreffend geholpen worden.

VIVA-SVV en zij-kant dringen er op aan dat: 

  • Artsen, politieagenten en advocaten gevormd worden over partnergeweld. Initiatieven als de uitgebreide documentatiepagina rond familiaal geweld op de website Domus Medica verdienen meer aandacht binnen de verschillende vakorganisaties;
  • Gegevens in geval van partnergeweld vlot uitgewisseld kunnen worden. Een hervorming van het beroepsgeheim is nodig. Vandaag leert vertrouwenspersoneel vooral te zwijgen. Ze weten weinig over het recent ingevoerde spreekrecht. De huidige regeling is te complex;
  • Experimenten zoals het Antwerpse CO3-project gestimuleerd worden. Deze projecten laten op termijn toe nieuwe manieren te vinden waarop het recht op privacy met de bescherming van het slachtoffer verzoend kan worden;
  • Een lijst met criteria (risicotaxatie-instrument) ontwikkeld wordt om te kunnen inschatten hoe gevaarlijk een pleger van huiselijk geweld is. Nu aarzelen politie en parket nog om de wet op de uithuisplaatsing toe te passen en kunnen hulpverleners moeilijk inschatten of de situatie ernstig genoeg is om in te grijpen;
  • Gestandaardiseerde certificaten voor politie en artsen en protocollen voor de samenwerking tussen ziekenhuizen en justitie opgesteld worden.

 

Deze beleidsvoorstellen kwamen tot stand in samenwerking met Prof. Dr. Liesbet Stevens, seksueel strafrechtspecialiste aan de KU Leuven.