Voor hij bij de mannenopvang terecht kwam, was Nico (49) een succesvol ondernemer. Privé ging het hem echter een stuk minder voor de wind. Zijn vrouw, die al nooit veel in het gezin investeerde, begon steeds vreemder gedrag te vertonen. De geestelijke mishandeling ging zo ver dat hij besloot te vertrekken.

Shutterstock 

“Al zo lang als ik me kan herinneren heeft mijn vrouw psychische klachten gehad. In het begin viel daar nog wel mee te leven. Ze lag vaak op bed. Of zat wat te suffen op een stoel. Het huishouden kwam daardoor vooral op mij terecht. Na een lange dag werken moest ik vaak alsnog zelf boodschappen halen, de keuken schrobben en koken. Zelfs de kinderen van school halen, vertikte ze soms. Dan moest ik hemel en aarde bewegen om eerder van mijn werk te kunnen vertrekken. Ook in de opvoeding stond ik er grotendeels alleen voor. Ik voelde me zowel vader als moeder tegelijk.”

“Vervelend, maar nog altijd niet onoverkomelijk. Omdat het er langzaam in sloop, leek het normaal. Griezeliger werd het toen ze ook rare dingen begon te zeggen. Dat ze zichzelf iets wilde aandoen bijvoorbeeld. En dat ze ook best kon begrijpen dat er ouders zijn die hun kinderen ombrengen. Dat ze nooit kinderen had willen krijgen. Opmerkingen die ze er soms ook ten overstaan van de kinderen uitfloepte. Eens zei mijn zoon dat hij blij zou zijn als hij op een dag een lieve stiefmoeder zou krijgen. Toen had ik er genoeg van.”

“Ik wilde weg, samen met de kinderen. Ik wist alleen niet hoe ik dat moest aanpakken. Je kunt je kinderen niet zomaar oppakken om ergens anders een leven op te bouwen. Bovendien vreesde ik voor onze veiligheid. Eerder had mijn schoonbroer haar zus verlaten, om vrijwel identieke redenen. Die breuk mondde uit in agressie en geweld. Ik was bang dat het bij mijn vrouw hetzelfde zou gaan.”

“Ondanks verklaringen van de kinderen dat ze liever bij mij wonen en verschillende aangiftes tegen mijn vrouw, besloot de rechter hen echter alsnog aan mijn vrouw toe te wijzen. Voor mij is dat moeilijk te verkroppen. Nog steeds ben ik in een rechtszaak verwikkeld in de hoop die beslissing terug te draaien.”

Bron: Mannenopvang Magazine, no. 01|2015
door Ilja Post